Onder leiding van dagvoorzitter Elisabeth van den Hoogen bespraken ruim 100 deelnemers aan de regiobijeenkomst de ontwikkelingen op het gebied van nieuwe sanitatie in de regio Flevoland. Voorts lieten veertien ondernemingen tijdens de bedrijvenmarkt zien welke nieuwe sanitaire oplossingen zij nu al aan de toekomstige bewoners van Oosterwold kunnen bieden.
Voor de pauze werden de ontwikkelingen in Flevoland, en in het bijzonder in Oosterwold, besproken door de vertegenwoordigers van gemeente en waterschappen. Veel aandacht was er voor de belangrijke rol die het bestuur daarin speelt en de keuzes die de verschillende besturen maken. De vrijheden die de burgers in Oosterwold krijgen, gaan ver. Er is echter veel vertrouwen dat zij een en ander uiteindelijk op een juiste manier kunnen invullen. Door drie (toekomstige) bewoners werd een reflectie gegeven. Zij gaven aan dat bij hen vaak de kennis ontbreekt om goed te kunnen meepraten, te kunnen innoveren en de juiste keuzes te kunnen maken. Ze zouden graag zien dat de gemeente meer regie voert en een nadrukkelijke rol speelt bij de verbreiding van kennis. De gemeente zegde dat tijdens de bijeenkomst toe.
Na de pauze ging het vooral over kennisontwikkeling. Huub Rijnaarts (wur) schetste de huidige onderzoekslijnen en de vragen die er nog liggen. Tony Flameling (waterschap De Dommel) gaf aan hoe stowa met een monitoringsprogramma voor decentrale systemen data wil verzamelen over de werking van dergelijke systemen in de praktijk. En Jack Crielaard lichtte toe hoe de provincie Flevoland met een challenge en een living lab innovaties en nieuwe ontwikkelingen wil stimuleren.
Tijdens de paneldiscussie werd duidelijk dat een goed samenspel tussen bestuur en (ambtelijke) organisatie van belang is om innovaties te realiseren. Het is belangrijk om een goed verhaal te kunnen vertellen. De ambities van het bestuur zijn leidend; het is aan de organisatie om er invulling aan te geven. Maar samenwerking van begin tot eind is belangrijk. Samenwerking, ook met alle andere partijen (burgers, overheden, kennisinstituten en bedrijfsleven), is nodig om echt iets te realiseren.
Tot slot gaf Bert Palsma (stowa) aan dat nieuwe ontwikkelingen nu nog vaak worden tegengehouden doordat ooit opgestelde beleidsregels als harde wettelijke normen worden geïnterpreteerd. Hij pleit er voor meer naar de doelstellingen van de achterliggende wetgeving te kijken, en met de kennis van nu innovatieve oplossingen die aan die doelstellingen bijdragen te ontwikkelen.
Ga terug